Burgerschap: geen extra vak, maar een vanzelfsprekende houding

Als het woord burgerschap valt, zie ik soms een frons bij collega’s of directeuren. Moeten we dat er óók nog bij doen? Een logische reactie, want het onderwijsprogramma voelt vaak al overvol. Toch klopt dat beeld niet. Burgerschap komt er niet bij, het ís er al. Elke dag, in alles wat we doen. Voor mij werd het daarom hoog tijd om daar duidelijkheid over te scheppen. Want laat je verrassen: veel burgerschapsdoelen zitten al in je onderwijsaanbod. Je moet ze alleen leren herkennen en daarbij help ik je graag.

De Inspectie van het Onderwijs verwacht van scholen dat er structureel en doelgericht aan burgerschap wordt gewerkt, steeds in verbinding met de andere leergebieden. Ook de nieuwe, definitieve conceptkerndoelen van burgerschap (2025) benadrukken dit.  De burgerschapsdoelen zijn samengebracht in drie domeinen: de school als democratische oefenplaats, samenleven in een democratische rechtsstaat en democratische en maatschappelijke betrokkenheid.
Daarmee wordt burgerschap niet gezien als extra vak, maar als fundament van het curriculum. Toch kom ik in veel teams dezelfde vragen tegen: zit burgerschap wel voldoende verweven in wereldoriëntatie, of moeten we er een apart programma voor maken? Die twijfel herken ik heel goed. Soms zie ik dat scholen burgerschap zelfs letterlijk in het rooster zetten, uit zorg om niets te missen. Terwijl de bedoeling juist is dat leerlingen dagelijks ervaren dat ze inspraak hebben, dat ze leren omgaan met verschillen en dat ze ontdekken hoe ze kunnen bijdragen aan hun omgeving. Dáár ligt de kracht van burgerschap. En precies daar help ik scholen en teams graag bij: niet méér doen, maar leren zien wat er al is en dit bewust benutten.

Kijk je naar je eigen onderwijspraktijk, dan ontdek je dat veel burgerschapsdoelen er eigenlijk al zijn, vaak zonder dat je ze expliciet zo benoemt. In de dagelijkse omgang met leerlingen en de gesprekken die daaruit voortkomen, maar ook in een taalles waarin ze samenwerken, een rekenopdracht waarbij ze overleggen of een creatieve activiteit waarin ze hun mening verwoorden, zit al volop burgerschap. Tegelijkertijd gebeurt dat niet altijd bewust. En precies daar ligt de uitdaging voor jou als leerkracht én voor de school: leren zien hoe het bestaande aanbod niet alleen taal- of rekendoelen raakt, maar óók bijdraagt aan de vorming van betrokken, kritische en respectvolle burgers.

Burgerschapsvorming is geen losstaand vak
Burgerschap is geen apart vak dat je ernaast geeft, maar een houding, een manier van kijken en werken. De kerndoelen van 2025 maken dat heel concreet: leerlingen moeten dit ervaren, oefenen en bijdragen. Het gaat erom dat zij leren samenleven, verantwoordelijkheid nemen, omgaan met verschillen, kritisch nadenken en zich bewust worden van hun rol in de samenleving. Dat doe je niet één keer per week in een apart lesblok, maar juist elke dag, in alle vakken.

Voorbeeld uit de praktijk
Neem het Leskracht-thema Jij en ik, waarmee veel scholen na de zomervakantie het schooljaar aftrappen. Leerlingen ontdekken hoe hun eigen waarden en gewoontes invloed hebben op hoe ze met anderen samenleven. Ze onderzoeken gewoontes en gedragsverwachtingen in hun gezin, school en vriendengroep en leggen verbanden met samenlevingen van vroeger en nu. Ze praten over respect, gelijkwaardigheid, diversiteit en conflictoplossing. Zo werk je niet alleen aan de sociale vaardigheden, maar ook aan alle drie de domeinen: de klas als oefenplaats, inzicht in basiswaarden en diversiteit, én oefenen met maatschappelijke betrokkenheid. En dat allemaal binnen de betekenisvolle context van jouw groep en de school.

Burgerschap leren zien
De grootste stap is niet méér lessen plannen, maar anders leren kijken naar wat je al doet. Een discussie of debat voeren over een nieuwsbericht is óók burgerschap. Samenwerken aan een groepsopdracht raakt niet alleen leerdoelen van taal of wereldoriëntatie, maar ook doelen rond democratische betrokkenheid en de school als oefenplaats. En zelfs een gesprek over een personage uit een boek dat een moeilijke keuze moet maken, helpt leerlingen oefenen met moreel redeneren en verantwoordelijkheid nemen.

En nu borgen!
Wanneer burgerschap geïntegreerd wordt in thematisch onderwijs ontstaat er een natuurlijke borging. Het is dan geen ‘extra vak’, maar onderdeel van de manier waarop je als school samen onderwijs geeft. Dat vraagt wel om als team het gesprek te voeren: waar raken onze thema’s de burgerschapsdoelen? Hoe maken we dat zichtbaar in onze lessen en in de verantwoording richting de inspectie?

Waarom dit ertoe doet?
Uiteindelijk is burgerschap geen losstaand vak of thema, maar een doorlopende leerlijn die verweven is met alles wat je doet. Zet je die lijn structureel en bewust in, dan voldoe je niet alleen aan de wettelijke opdracht, maar geef je leerlingen vooral wat ze nodig hebben: handvatten om straks hun plek in de samenleving te vinden en met vertrouwen in te nemen.

Concreet aan de slag
Wil je als school of team zien hoe burgerschap verweven is in de Leskracht-aanpak voor wereldoriëntatie en taal- en leesonderwijs? In het document Burgerschapsdoelen binnen Leskracht hebben we dit per thema uitgewerkt, inclusief voorbeelden en de koppeling met de nieuwe kerndoelen. Zo krijg je in één oogopslag zicht op de samenhang én de borging binnen je onderwijs. Je kunt het document hiernaast downloaden.

Rebecca Hoetmer

Leskracht

Andere berichten